En nu mijn kant van het verhaal:
Het was weer lekker weer, maar we moesten wachten tot 15.00 uur, dan zouden we het tij mee hebben. En dat scheelt nogal in snelheid.
Een beetje rondlummelen en naar de binnenkomende boten en mensen kijken. Om 1.30 uur werd ons verzocht onze boot te verplaatsen en besloten om maar direct weg te gaan. Lekker met korte broek weg en buiten de pier was de zee rustig, dus lekker! Maar maar na 20 minuten
trekt de wind aan, de golven worden hoger, de wind trekt nog meer aan, de golven worden nog hoger en ik denk: nee he daar heb ik helemaal geen zin in, moet dat nou Koos! Of hij er wat aan kan doen! Ineens een dikke gekke onverwachte golf en we worden allebei zeiknat, zelfs over ons dockhouse. Dus alles maar weer aan, mijn jolliebroek (o nee jollenbroek) en de dikke jassen. Er was gelukkig flink gereefd maar er staat vaker 30 knopen wind op de teller als 27. Niet leuk. Ondertussen ging ik naar binnen om iets te pakken en raapte de zeekaart, die was gevallen van de grond. Een dikke golf en ik werd tegen de tafel gesmakt, de (reeds eerder half gebroken) poot liet los en smakte tegen de bank aan. Ik gauw naar buiten. Ik was bang dat de inhoud van de tafel kapot was gegaan, want een ieder die wel eens mee heeft gevaren weet, dat daar onze voorraad wijn, schippersbitter en Heemskerkse ezelsbitter in zit. Ik zag nog geen wijn op de vloer. Maar we moeten natuurlijk nog wel overstag, want we zeilen eigenlijk pal tegen de wind. Na de voorzichtige overstagmanouvre ligt de tafel plat op zijn kant aan de andere zijde, met de flessen half eruit. Maar, zoals Koos al zei, flessen zijn sterk! Langzaam werd de wind minder en werd het toch nog een lekkere tocht, wel steeds bang dat er een fles kapot zou gaan en dat alle wijn in de 3 luiken zou lopen, die Koos speciaal gemaakt had voor extra voorraad. Uiteindelijk is alles weer goed op zijn pootjes gekomen en Koos heeft de volgende dag de poten er weer stevig aangemaakt.